Hoe kinderen sociaal gedrag bijbrengen… ? DE AXENROOS !
Mensen spreken elkaar aan,
glimlachen, geven elkaar een hand
of een zoen, …
Mensen spreken niet meer tegen elkaar,
mijden elkaar, …
Mensen maken ruzie, vechten, slaan,
bijten van zich af, voeren oorlog, …
Mensen vergaderen, overleggen, werken samen,
rivaliseren, communiceren, …
Zo gaat het er in de wereld aan toe.
En onze kinderen … ?
Die doen precies hetzelfde. Ze geven en nemen, maken ruzie, schoppen en slaan … maar ze spelen ook samen, delen hun speelgoed en vrienden, …
Sommigen zijn heel verlegen , een ander twijfelt aan alles, een derde domineert.
De één maakt heel snel vriendjes, de ander voelt zich uitgesloten of bedreigd en blijft aan de kant staan …
Kinderen leren van jongs af. Ze leren van elkaar, van hun ouders en leerkrachten.
Ook sociale en relationele vaardigheden worden aangeleerd.
Op een vlotte en correcte manier met elkaar omgaan is heel belangrijk. Op een speelse manier communiceren, zijn mannetje leren staan zonder anderen te kwetsen,… Dat zijn allemaal waarden die we kinderen moeten aanbieden.
De voorbije schooljaren heeft het schoolteam zich tijdens de verschillende pedagogische studiedagen verdiept in deze materie. Hoge tijd dus om de relationele vaardigheden ook daadwerkelijk aan bod te laten komen in onze school !
Om deze sociale vaardigheden onder de knie te krijgen is
‘de Axenroos’
een erg zinvol instrument: ons werkinstrument !
Mensen spreken elkaar aan,
glimlachen, geven elkaar een hand
of een zoen, …
Mensen spreken niet meer tegen elkaar,
mijden elkaar, …
Mensen maken ruzie, vechten, slaan,
bijten van zich af, voeren oorlog, …
Mensen vergaderen, overleggen, werken samen,
rivaliseren, communiceren, …
Zo gaat het er in de wereld aan toe.
En onze kinderen … ?
Die doen precies hetzelfde. Ze geven en nemen, maken ruzie, schoppen en slaan … maar ze spelen ook samen, delen hun speelgoed en vrienden, …
Sommigen zijn heel verlegen , een ander twijfelt aan alles, een derde domineert.
De één maakt heel snel vriendjes, de ander voelt zich uitgesloten of bedreigd en blijft aan de kant staan …
Kinderen leren van jongs af. Ze leren van elkaar, van hun ouders en leerkrachten.
Ook sociale en relationele vaardigheden worden aangeleerd.
Op een vlotte en correcte manier met elkaar omgaan is heel belangrijk. Op een speelse manier communiceren, zijn mannetje leren staan zonder anderen te kwetsen,… Dat zijn allemaal waarden die we kinderen moeten aanbieden.
De voorbije schooljaren heeft het schoolteam zich tijdens de verschillende pedagogische studiedagen verdiept in deze materie. Hoge tijd dus om de relationele vaardigheden ook daadwerkelijk aan bod te laten komen in onze school !
Om deze sociale vaardigheden onder de knie te krijgen is
‘de Axenroos’
een erg zinvol instrument: ons werkinstrument !
Wat is de axenroos?
De axenroos is een manier om de gedragingen van mensen te ordenen. In die roos is niet alleen de plaats belangrijk ( pauw, uil, ...) maar vooral ook de onderlinge relaties. ( wisselwerking pauw/ wasbeer - leeuw/kameel ...)
Iedereen heeft eigenschappen van alle dieren in zich of zou die althans moeten hebben, want mensen zijn pas sociaalvaardig als ze alle axen kunnen bewandelen, m.a.w. als ze zich kunnen aanpassen aan ‘de andere’.
Er kan slechts worden ‘gegeven’ als er iemand is die wil ‘krijgen’.
bv. een baby lacht pas als er iemand is om naar te lachen.
We kunnen bij mensen ontelbare gedragswijzen zien, waarmee ze wel of niet in contact komen met een ander.
De bedoeling van de "axen" is al deze gedragswijzen in enkele grote categorieën onder te brengen.
Ax = relatiewijze in aanleg. ( = de mogelijkheid bij een mens om in relatie te treden)
Alle relatiewijzen worden samengevat in een 10-tal hoofdrelatiewijzen en dit wordt dan gesymboliseerd door 10 dieren, die we op een roos situeren. Dit noemen we dan de axenroos.
De axenroos is een manier om de gedragingen van mensen te ordenen. In die roos is niet alleen de plaats belangrijk ( pauw, uil, ...) maar vooral ook de onderlinge relaties. ( wisselwerking pauw/ wasbeer - leeuw/kameel ...)
Iedereen heeft eigenschappen van alle dieren in zich of zou die althans moeten hebben, want mensen zijn pas sociaalvaardig als ze alle axen kunnen bewandelen, m.a.w. als ze zich kunnen aanpassen aan ‘de andere’.
Er kan slechts worden ‘gegeven’ als er iemand is die wil ‘krijgen’.
bv. een baby lacht pas als er iemand is om naar te lachen.
We kunnen bij mensen ontelbare gedragswijzen zien, waarmee ze wel of niet in contact komen met een ander.
De bedoeling van de "axen" is al deze gedragswijzen in enkele grote categorieën onder te brengen.
Ax = relatiewijze in aanleg. ( = de mogelijkheid bij een mens om in relatie te treden)
Alle relatiewijzen worden samengevat in een 10-tal hoofdrelatiewijzen en dit wordt dan gesymboliseerd door 10 dieren, die we op een roos situeren. Dit noemen we dan de axenroos.
Met het voorbeeld van de totemdieren bij de axenroos, krijgen onze kinderen beelden en woorden om hun gedrag te benoemen: Ze leren zichzelf beter kennen. Leren conflicten helder bespreken. Ze leren dat al deze types van gedragingen goed zijn. Ze leren ook zien wanneer ze de relatiewijze gepast of ongepast gebruiken.
"Ik leer jou leiden", zegt de leeuw.
"Ik leer jou volgen", zegt de kameel.
"Van mij leer je zorgen", zegt de bever.
"Van mij leer je genieten", zegt de poes.
"Zie hoe ik mij toon", zegt de pauw.
"Ik kijk naar jou op", zegt de wasbeer.
"Ik leer jou stil te houden" zegt de uil.
"Bij mij mag je tijd nemen om te ondergaan", zegt de schildpad.
"Leer toch maar aanvechten", zegt de havik.
"Leer ook maar weerstaan", zegt de steenbok.
"Ik leer jou leiden", zegt de leeuw.
"Ik leer jou volgen", zegt de kameel.
"Van mij leer je zorgen", zegt de bever.
"Van mij leer je genieten", zegt de poes.
"Zie hoe ik mij toon", zegt de pauw.
"Ik kijk naar jou op", zegt de wasbeer.
"Ik leer jou stil te houden" zegt de uil.
"Bij mij mag je tijd nemen om te ondergaan", zegt de schildpad.
"Leer toch maar aanvechten", zegt de havik.
"Leer ook maar weerstaan", zegt de steenbok.
10 axen ... 10 dieren
Ik leer jou leiden”, zegt de leeuw.
“Ik leer jou volgen”, zegt de kameel.
“Van mij leer je zorgen”, zegt de bever.
“Van mij leer je genieten”, zegt de poes.
“Zie hoe ik mij toon”, zegt de pauw.
“Ik kijk naar jou op”, zegt de wasbeer.
“Ik leer jou stil te houden” zegt de uil.
“Bij mij mag je tijd nemen om te ondergaan”, zegt de schildpad.
“Leer toch maar aanvechten”, zegt de havik.
“Leer ook maar weerstaan”, zegt de steenbok.
“Ik leer jou volgen”, zegt de kameel.
“Van mij leer je zorgen”, zegt de bever.
“Van mij leer je genieten”, zegt de poes.
“Zie hoe ik mij toon”, zegt de pauw.
“Ik kijk naar jou op”, zegt de wasbeer.
“Ik leer jou stil te houden” zegt de uil.
“Bij mij mag je tijd nemen om te ondergaan”, zegt de schildpad.
“Leer toch maar aanvechten”, zegt de havik.
“Leer ook maar weerstaan”, zegt de steenbok.
HAVIK
aanvechten, confronteren, bekritiseren
Met zijn scherpe blik spiedt de havik van hoog in de lucht de omgeving af, speurend naar wat lelijk, vals of slecht is. Als hij iets opmerkt, duikt hij naar beneden en grijpt met zijn krachtige klauwen en scherpe snavel naar zijn prooi. Een kind dat zich gedraagt als een havik, kan aanwijzen wat fout loopt of onjuist is. Het heeft een kritische blik en deinst er niet voor terug onrechtvaardigheden aan te vechten. Het stelt kritische vragen om te toetsen of er in datgene wat aangeboden wordt geen onjuistheden of fouten te ontdekken zijn.
aanvechten, confronteren, bekritiseren
Met zijn scherpe blik spiedt de havik van hoog in de lucht de omgeving af, speurend naar wat lelijk, vals of slecht is. Als hij iets opmerkt, duikt hij naar beneden en grijpt met zijn krachtige klauwen en scherpe snavel naar zijn prooi. Een kind dat zich gedraagt als een havik, kan aanwijzen wat fout loopt of onjuist is. Het heeft een kritische blik en deinst er niet voor terug onrechtvaardigheden aan te vechten. Het stelt kritische vragen om te toetsen of er in datgene wat aangeboden wordt geen onjuistheden of fouten te ontdekken zijn.
STEENBOK
weerstaan, zich verdedigen, afweren
Een steenbok zet zich schrap op zijn rots; hij laat er niemand anders toe. Wie te dichtbij komt, riskeert een stevige kopstoot. Een kind dat zich gedraagt als een steenbok, kan zijn terrein afbakenen. Het kan weerstaan aan eisen van anderen. Het zal hulp weigeren voor taken die het zelf aankan. Het laat zich de 'goederen' die het niet wil aannemen in geen geval opdringen.
weerstaan, zich verdedigen, afweren
Een steenbok zet zich schrap op zijn rots; hij laat er niemand anders toe. Wie te dichtbij komt, riskeert een stevige kopstoot. Een kind dat zich gedraagt als een steenbok, kan zijn terrein afbakenen. Het kan weerstaan aan eisen van anderen. Het zal hulp weigeren voor taken die het zelf aankan. Het laat zich de 'goederen' die het niet wil aannemen in geen geval opdringen.
UIL
houden, zich terugtrekken, zwijgend toekijken, geheim bewaren
Vanonder zijn halfgesloten oogleden ziet de uil wel wat er onder hem gebeurt, maar hij laat gebeuren. Hij houdt zijn snavel toe; zijn geheim blijft bewaard. Een kind dat zich gedraagt als een uil, wil soms eens alleen zijn, het blijft op afstand. Het kan informatie voor zich houden. Het wil niet altijd hulp bieden, wil niet overal aanwezig zijn, vertelt weinig over zichzelf.
houden, zich terugtrekken, zwijgend toekijken, geheim bewaren
Vanonder zijn halfgesloten oogleden ziet de uil wel wat er onder hem gebeurt, maar hij laat gebeuren. Hij houdt zijn snavel toe; zijn geheim blijft bewaard. Een kind dat zich gedraagt als een uil, wil soms eens alleen zijn, het blijft op afstand. Het kan informatie voor zich houden. Het wil niet altijd hulp bieden, wil niet overal aanwezig zijn, vertelt weinig over zichzelf.
SCHILDPAD
lossen, ondergaan
Wanneer ze bang is, verdrietig of moe, trekt de schildpad zich kwetsbaar terug in haar schild. Ze zegt niet ja of niet nee als je haar benadert. Kiezen valt haar moeilijk. Een kind dat zich gedraagt als een schildpad, is onzeker, twijfelt, weet niet wat te doen. Het durft hier ook voor uitkomen. Het durft toe te geven dat het bang en moe is, en dat het iets niet kan of iets fout gedaan heeft.
lossen, ondergaan
Wanneer ze bang is, verdrietig of moe, trekt de schildpad zich kwetsbaar terug in haar schild. Ze zegt niet ja of niet nee als je haar benadert. Kiezen valt haar moeilijk. Een kind dat zich gedraagt als een schildpad, is onzeker, twijfelt, weet niet wat te doen. Het durft hier ook voor uitkomen. Het durft toe te geven dat het bang en moe is, en dat het iets niet kan of iets fout gedaan heeft.
PAUW
zich tonen, eigenheid, persoonlijk laten zien, aanwezigheid (bijzijn) aanbieden
De pauw laat zijn mooiste veren zien. Hij durft ook de minder fraaie achterkant van zijn veren laten zien. Een kind dat zich gedraagt als een pauw, toont zich, stapt naar anderen toe, neemt contact op, biedt zich aan om te spelen. Het kan uitspreken waar het goed en minder goed in is, wat zijn kwaliteiten en tekortkomingen zijn. Het kan eigen veranderingen, gevoelens, meningen meedelen aan anderen.
zich tonen, eigenheid, persoonlijk laten zien, aanwezigheid (bijzijn) aanbieden
De pauw laat zijn mooiste veren zien. Hij durft ook de minder fraaie achterkant van zijn veren laten zien. Een kind dat zich gedraagt als een pauw, toont zich, stapt naar anderen toe, neemt contact op, biedt zich aan om te spelen. Het kan uitspreken waar het goed en minder goed in is, wat zijn kwaliteiten en tekortkomingen zijn. Het kan eigen veranderingen, gevoelens, meningen meedelen aan anderen.
WASBEER
waarderen, respecteren, openstaan voor de ander, vragen om te laten zien
Een wasbeer heeft zwart omrande oogjes, waardoor het lijkt alsof hij een brilletje draagt om beter te kunnen zien. Hij kruipt het liefst wat hogerop zodat hij alles nog beter kan aanschouwen. Een kind dat zich gedraagt als een wasbeer, geeft aandacht aan de anderen, luistert naar wat de ander te vertellen heeft, uit zijn waardering, nodigt anderen uit om mee te spelen.
waarderen, respecteren, openstaan voor de ander, vragen om te laten zien
Een wasbeer heeft zwart omrande oogjes, waardoor het lijkt alsof hij een brilletje draagt om beter te kunnen zien. Hij kruipt het liefst wat hogerop zodat hij alles nog beter kan aanschouwen. Een kind dat zich gedraagt als een wasbeer, geeft aandacht aan de anderen, luistert naar wat de ander te vertellen heeft, uit zijn waardering, nodigt anderen uit om mee te spelen.
LEEUW
leiden, geven van informatie en richtlijnen, voorstellen doen, raad geven ...
De leeuw is de koning van de dieren. Hij weet altijd raad en wijst de weg. Hij neemt stevig de leiding in handen. Een kind dat zich gedraagt als een leeuw, kan uitleggen hoe een spel in elkaar zit, geeft duidelijke richtlijnen, geeft informatie aan derden, doet voorstellen, geeft advies...
leiden, geven van informatie en richtlijnen, voorstellen doen, raad geven ...
De leeuw is de koning van de dieren. Hij weet altijd raad en wijst de weg. Hij neemt stevig de leiding in handen. Een kind dat zich gedraagt als een leeuw, kan uitleggen hoe een spel in elkaar zit, geeft duidelijke richtlijnen, geeft informatie aan derden, doet voorstellen, geeft advies...
KAMEEL
volgen, aannemen van richtlijnen en informatie, raad of uitleg vragen
De kameel is een volgzaam woestijndier, hij loopt mee in de karavaan. Hij gehoorzaamt en draagt alle lasten zonder zeuren. Een kind dat zich gedraagt als een kameel, voert een gegeven opdracht uit, vraagt om uitleg, zoekt informatie op, vraagt raad.
volgen, aannemen van richtlijnen en informatie, raad of uitleg vragen
De kameel is een volgzaam woestijndier, hij loopt mee in de karavaan. Hij gehoorzaamt en draagt alle lasten zonder zeuren. Een kind dat zich gedraagt als een kameel, voert een gegeven opdracht uit, vraagt om uitleg, zoekt informatie op, vraagt raad.
BEVER
zorgen, diensten aanbieden, iets schenken
Bevers leven jarenlang in een hecht familieverband. Het zijn bovendien noeste werkers; als dammenbouwers zorgen zij voor een aangepaste biotoop voor heel wat andere dieren. Een kind dat zich gedraagt als een bever, staat klaar om te helpen, om op te ruimen, om een ander een plezier te doen. Het deelt snoepjes en/of andere bezittingen met de andere
zorgen, diensten aanbieden, iets schenken
Bevers leven jarenlang in een hecht familieverband. Het zijn bovendien noeste werkers; als dammenbouwers zorgen zij voor een aangepaste biotoop voor heel wat andere dieren. Een kind dat zich gedraagt als een bever, staat klaar om te helpen, om op te ruimen, om een ander een plezier te doen. Het deelt snoepjes en/of andere bezittingen met de andere
POES
genieten van aangeboden diensten en goederen, zich laten bedienen, vragen om verzorgd te worden
Een poes vraagt om geaaid te worden. Ze begint te spinnen en te ronken als je haar vertroetelt. Een kind dat zich gedraagt als een poes, kan om hulp vragen, kan ervan genieten als anderen hun hulp aanbieden. Het is dankbaar voor wat het aangeboden krijgt (snoepjes, cadeautjes, een helpende hand...).
genieten van aangeboden diensten en goederen, zich laten bedienen, vragen om verzorgd te worden
Een poes vraagt om geaaid te worden. Ze begint te spinnen en te ronken als je haar vertroetelt. Een kind dat zich gedraagt als een poes, kan om hulp vragen, kan ervan genieten als anderen hun hulp aanbieden. Het is dankbaar voor wat het aangeboden krijgt (snoepjes, cadeautjes, een helpende hand...).
Meer info
Voor hen die meer willen weten…
Ontwerper van de axenroos is F. Cuvelier. Met de term "ax" bedoelt hij: het vermogen om zich op een bepaalde wijze relationeel te gedragen. Op basis van jarenlange observatie kwam hij tot een ordening van de interacties die zich tussen mensen afspelen. Die uitwisselingen benadert hij vanuit drie invalshoeken:
Erika komt naar school met een zak snoep. Tijdens de pauze biedt ze die aan aan haar klasgenootjes. Ze zou hem natuurlijk ook voor zichzelf kunnen houden. Rik neemt de aangeboden snoepjes aan en bedankt ervoor, maar Greta neemt ze niet aan. Ze weigert omdat ze de snoepjes niet lust (weerstaan). Willeke twijfelt of zij die al dan niet zal aannemen (lossen). Pieter reageert nog anders. Zijn kritiek luidt: "snoepen is ongezond".
- De relatiewijzen, dus de manier waarop de uitwisseling gebeurt. De axenroos omvat zes relatiewijzen: aanbieden, aannemen of vragen en geven, aanvechten, weerstaan, houden en lossen.
De uitwisseling is harmonisch wanneer de ene iets aanbiedt en de ander het aangebodene aanneemt of wanneer iemand iets vraagt en de ander hem het gevraagde geeft. Aanvechten en weerstaan horen daarentegen thuis in de conflictzone. Tenslotte is het ook mogelijk dat de kinderen zich in het houden en/of het lossen bevinden. Tussen hen ontstaat eerder een verwijdering dan een toenadering.
2. Datgene wat uitgewisseld wordt. In de axenroos spreken we van 'inzetten'. Mensen wisselen niet alleen goederen uit, maar ook diensten, informatie, richtlijnen, iets persoonlijk.
3. De communicatiekanalen. Woorden maar ook gebaren, lichaamstaal, intonatie spelen een belangrijke rol bij uitwisselingen. We weten allemaal dat een 'ja' op veel manieren uitgesproken kan worden en wel eens als een 'neen' gehoord wordt. Een gebalde vuist of een schouderklopje hebben soms meer effect dan een lang betoog.
Door de combinatie van die drie componenten krijgen de coacten (de gedragingen waardoor een mens effectief iets doet ten opzichte van een andere mens) een plaats op een plattegrond van menselijke relatiewijzen. Voor kinderen van de basisschool herleiden we de axenroos tot tien axen. Elke ax stellen we met een dierensymbool voor, zodat zeer jonge kinderen inzicht kunnen krijgen in de tien axen.